Boekbespreking “Rustig aan, we hebben geen haast”

Rustig aan, we hebben geen haast, Aad ’t Hart, 2e druk augustus 2022

1 Perspectief/verteller: ik-perspectief: je ziet alles door de ogen van een zorgeloze adolescent die onverbiddelijk zijn levensvrijheid ziet verkrappen, de consequenties van eerdere keuzes moet accepteren, zijn competenties moet verzilveren.

2 Thema: De laatste stappen naar volwassenheid. (Maatschappelijke status en gezin)  

  • Dwing het leven niet! Laat het komen zoals het komt.
  • Leer de regels, hou je eraan, maar zet ze naar je hand.

Metafoor slotscène: optimale voorbereiding (voor sollicitatiegesprek MEAO) maakt het leven maakbaar.

3 Motto: Haren maken de man. Jan Cremer

Verklaring motto: Jan Cremer staat symbool voor de vrije man… lange haren ook. Zie hoofdstuk Samson en Delilah.

4 Plot en plotpoints: Aad behaalt zijn schooldiploma en gaat Nederlands studeren ondanks herhaaldelijk afraden van zijn docent Nederlands. Zijn verkering met Jacqueline wordt serieus, als ook zijn drummen in een band. Aad knipt zijn haar af. Alles loopt in het honderd behalve de muziek (1e plotpoint: knieblessure-zelfstandig wonen). Jacqueline komt bij Aad wonen en redt hem van de ondergang (2e plotpoint: alle oude meubels van opa weg enz.).  3e plotpoint: Aad past zich maximaal aan (verliest zijn wilde haren) en wordt zelf vader.

5 Structuur: De roman bestaat uit vier delen. Deel 1 1975 = propedeuse, deel 2 1976-78 = zelfstandig wonen, deel 3 1979-81 = keus voor Jacqueline (kan het niet alleen), deel 4 1982-1986 = Aad is vader

De titel “Rustig aan;…” valt 3 keer: in de Roteb-scène, tijdens het rij-examen en met de eenjarige Dorien

6 Tijd/ruimte: tijd zie structuur

Ruimte 1: Kreekhuizen (familie)-Feyenoord (alleen, op zichzelf)-Lombardijen (samen met Jacqueline)-Beverwaard (met gezin) vs Amsterdam (student, moderne grote wereld)

Ruimte 2:  Huizen (ouderlijk huis, oud-Feyenoord, flatgebouw, nieuwbouw); huiskamer (bruin, uitgebroken huiskamer Fred en Pat, klooster en krochten in de bieb, Gregoriaanse gezangen; Schoenenmagazijn/kelder; Dizzy (alles zeil))

Ruimte 3: Bevalling (terwijl andere vrouwen de boel bij elkaar schreeuwen), Boeken lezen (terwijl buurmannen boren en zagen; boos gezicht op vakantie), GEB (werken tijdens de verbouwing, herrie), KMBO (lesgeven tijdens verbouwingen)

Ruimte 4: zich verplaatsen in de ruimte (fiets, benenwagen, diverse auto’s, ten slotte de verweerde rode golf met muziekcassettespeler = “een soort ruimteschip”)

7 Karakters/personages: Karakterontwikkeling bij Aad-Jacqueline.

Aad trekt geen grenzen (vindt alles goed): gaat tegen elk advies in, doet gevaarlijke trucjes, zijn kennissen zijn allemaal dromers (muzikanten), speelt op allerhande feestjes, werkt bij Roteb en GEB, knipt zijn haar af en boetseert een kuif.

Jacqueline neemt heft in handen (weet wat ze wil): neemt initiatief, wint alle spelletjes, laat haar haar groeien, huisje-boompje-beestje-autootje.

8 Motieven (subthema’s)

Relaties-eenzaamheid: samenwerking, elkaar vertrouwen, delen, respecteren… je durven hechten; afzonderen (amateurzenders), studenten, geen telefoon, geen geld voor vervoer, doctoraal onderzoek met hulp van iedereen

Zorgen voor jezelf/volwassen worden: gezond blijven, regelmaat, leren koken, hygiëne

Cross-overs: de ene competentie vult de andere aan: op wilskracht Nederlands studeren tegen advies in, theorie-praktijk, voetballen/drummen, café-voetbal, dronken klimmen, gesprekanalyse=notenschrift (muziek is wetenschap), drummen-auto rijden, herexamen moderne letterkunde-rijexamen, sollicitatiegesprek MEAO-rijexamen (goed in de spiegels kijken)

(Medische) wetenschap: Middeleeuwse kwakzalverij, twee tegengestelde meningen bij UvA, slager-dokter Van de Ent, Van Steen, Aad wordt zelf cum laude-wetenschapper

Geloof/vertrouwen (in jezelf): groot denken, missie (jezelf ontplooien), loskomen van roots, Psalter, Samson en Delilah, Duivel op de Notre Dame, tik op de neus door god, teleurstellingen overwinnen (zakken voor examens) = Aad wordt zelf cum laude-wetenschapper

Branie Het gezegde “branie hebben” betekent “lef hebben, dapper zijn, stout zijn”. Het zegt iets over alle bovenstaande motieven. In het boek valt het woord drie keer: 1 Bij de limbodans in Parijs waar Aad met branie onder de omgekeerde LOI-lat danst, 2 Bij het doctoraal onderzoek waar Mat Rooijakkers zijn branie toejuicht, 3 De voorbereiding op het examen moderne letterkunde waar zijn branie Aad duur te staan komt. Het woord branie verbindt deze drie cruciale gebeurtenissen.

Metafoor: In de openingsscène bevindt de hoofdpersoon zich in werkpak en met heksenbezem midden in het centrum van de stad. Hij doet alsof hij straten veegt en maakt niet écht schoon. Op het beursplein (verwijzing naar zakelijkheid) tegenover het bankgebouw (geld). Zijn meerdere bevindt zich als een Houdini klem in een glazen kooi… is dat zijn voorland? Terwijl hij fantaseert over zijn vriendinnetje (seks) voorspelt het beeld aan de gevel: Vrede en welvaart.

Die hele scène is een metafoor.

9 Symbolen:

(Wilde) Haren maken de man (zie motto), zie Samson en Delilah

Candlelight: voor Jacqueline licht in het donker

Leraren: zijn mensen die feilbaar zijn: Dupuis, autorij-instructeur, Van Steen, Aad geeft bijles, is daarna zijn eigen leraar bij sollicitatiegesprekken

Politiefiets-lelijke eend, bestel-eend, Citroën GS, rode Golf, van blauw (rust/ontspannen) naar rood (energie/kracht)

Voetbal: symbool voor ‘oude leven’= jeugd: na de knieblessure stopt Aad ermee

Bier, joint, ad fundum jenever: symbool voor ‘oude genot’: wordt vervangen door liefde (mooie vrouw en kinderen…)

Piano spelen/drummen: metafoor leven (ondersteunt financieel, creatief)

Limbo dansen: onder de lat door (omgekeerde van LOI)

Examens: eindexamen, moderne letterkunde (2x), kandidaats, rij-examen; het gaat niet om het examen maar om de verkregen kennis

Doe maar: kuif (haardracht), symbool voor (nieuwe) vrijheid, zelfvertrouwen

Dierentuin/dieren: metafoor; Olifant met hartslag, zeehond met hartslag

Autorijles: in de spiegel achteruitkijken, overdreven je bedoeling tonen, straatje keren als vierjarige in de trapauto

Castratie-angst: wie heeft de langste lul?, ballen uit de broek voor de eretribune bij Overmaas, Samson en Delilah: het lange haar eraf, zoeken van katertje om te castreren, verdovingsprik voor onderlijf knieoperatie, ‘schaamhaar’ van mosselen uitrukken, penen raspen, Gregoriaanse gezangen (celibatair leven), rodeobeknelling van de ballen, vissen doodslaan op zwembadrand (vis symbool vruchtbaarheid), miskraam

Houdini-ontsnapping: Roteb-collega klem in wagentje, Parijse Limbo-act, Peugeot in tent, Houdini optreden Albert West met Bright Eyes

Beer:  ijsberen-mop, berenpak Gerard de Kok, symbool bescherming

Klimmen-hoogtevrees: over de muur in dierentuin, zonder angst buitenom in Brielselaan, plotse hoogtevrees in kabelbaan

Kleuren: bruin=eenzaamheid; wit-groen= lucht, adem, vrijheid; blauw= beweging (auto’s), rust; blauw-wit=nieuwe stijl (ook overhemden); geel T-shirt-zwart colbert=  wesp

Vissen (in zwembad): symbool vruchtbaarheid; zie ook castratie-angst

Naturalisme: realistisch = het échte leven, reactie op romantiek, religie bestaat niet (je moet het zelf doen), zwak hoofdpersonage (geen held), natuurlijke dialogen, maatschappijkritiek

Chinees eten: groot feest voor de ‘gewone’ man, voor de Rotterdamse voetbalkampioenen, voor de pasgeworden vader

10 Taalgebruik: alledaags volwassen taalgebruik, een beetje ouderwets

11 Korte samenvatting

Aad gaat studeren…Nederlands, zijn slechtste vak.

12 Commentaar/recensie

Mijn vier boeken behandelen de eerste dertig levensjaren zoals elk mens min of meer zal doormaken. Maar dan in het oude Rotterdam, in mijn tijd, met mijn persoonlijke (mannelijke) varianten. Zoals je verwachten mag, spelen de volgende vier thema’s in ieder boek een belangrijke rol: familie (achtergrond/genetische aanleg), opleiding/school, vrienden en maatschappij.

De boeken vormen een tetralogie of vierluik waarbij in de opeenvolgende perioden de nadruk op een van die thema’s ligt:

  • 1955-1968 Ho, Adrie …Ho: familie (veiligheid/zekerheid/lichamelijke behoefte)
  • 1969-1974 Ja, waarom niet: opleiding (sociaal contact/losmaken en waardering)
  • Zomervakantie 1974 InterRail 1974: vrienden (stoer doen/vechten/zuipen/vrouwen)
  • 1975-1986 Rustig aan, we hebben geen haast: maatschappij (= ontplooiing/geld/vensters)

In de 10 jaren beschreven in Rustig aan lees je hoe Aad zich volledig ontkoppelt van zijn roots en een eigen leven start.

Het patat-eten is een symbool van geborgenheid in alle vier de boeken.

Ho, Adrie: Chinees eten versus patat. Chinees is voor de moederkant en patat voor de vaderkant (zie vakantie Bosbad Hoeven). Ook het patat eten ’s nachts na het optreden beklonk de familiebanden.

Ja, waarom: Chinees eten tijdens carnaval wordt een familiefeest binnen een feest. Patat ’s nachts wordt nu vergezeld van halve kip van Hoki Poki. Tijdens opa-bezoek wordt de patatzaak genoemd in de De Jagerstraat, die ‘meegroeit’ met de familie. De patatjes in het sjieke chateau tijdens de ‘vogeltjesmarkt’. Op het bankje in Vlissingen op de heen- en terugweg van de Engeland vakantie ‘we zijn weer thuis’ (Engelse patat frituren ze in slaolie): een dubbele Nederlandse patat in een puntzak geheel overdekt met een walgelijke plakkaat mayonaise. De een na de andere lange stengel wroetten we met onze vingers van onder de klodder vandaan en propten die druipend in onze mond. Proppen was wat we deden. Terwijl we in onze mond de sompige homp kauwden, zwegen we in extase.

InterRail 1974:  Patat op camping Calafell slap met ketchup. Copieuze bestelling in Luxemburgse patatzaak na uitputtende reis via Zweden…  Tweede keer tijdens ‘ruzie’ met Walther: patat in elkaars neus stoppen. ‘Patat halen’ bij Kees’ feestjes dat stond voor even met een meisje alleen zijn. Rustig aan: Introductie Jacqueline in familie ’t Hart tijdens Chinees etentje op het Sandelingplein. Patatzaak in de 2e Stampioendwarsstraat (gokmachine) waar Aad tegen zijn zin twee broodjes kroket bestelt. Het vaderschap viert Aad door Chinees te gaan halen…hij ‘vergeet’ moeder en kind. Patatzaak De Kwak die door het GEB van elektriciteit wordt afgesloten.