Lezen: een boek voor de tweede keer lezen

Je kunt een nieuw boek lezen, maar je kunt ook een boek dat je boeide, nog een tweede keer lezen. Veel mensen hebben geen moeite een plaatje voor de tiende keer te beluisteren, een bioscoopfilm nog eens te bezoeken, een cabaretvoorstelling op Netflix minimaal één keer per jaar te herhalen, eenzelfde biefstuk in hetzelfde restaurant te bestellen, voor een derde keer naar eenzelfde vakantiebestemming af te reizen… “Ja, maar dat is toch anders”, hoor ik u zeggen. “Bijvoorbeeld een vakantiebestemming beleef je de tweede keer anders. Je hebt ander weer, je ontmoet andere mensen… de eerste keer heb je niet alles kunnen zien…”

Dát is met een boek ook het geval: je hebt niet alles gezien. Sterker: ik denk dat bij eerste lezing nog geen 50% van de schrijvers bedoeling arriveert. Bij eerste lezing ben je naarstig informatie aan het verwerken, verhoudingen aan het achterhalen, de intrige aan het puzzelen. Veel humor wordt niet begrepen, veel emotie en klein drama gaan verloren… omdat de lezer naar het eindpunt voortjakkert, details over het hoofd ziet, ergens over struikelt maar geen tijd neemt de ‘schat’ te bestuderen… “Bij eerste lezing lees je een boek uit, maar heb je de essentie hooguit half begrepen”, dat durf ik te verdedigen. Begrijpen zul je bij de tweede keer al meer, omdat niet alles nieuw voor je is.

Bedenk dat een schrijver zijn boek feitelijk ook zo’n drie tot tien keer ‘geschreven’ heeft. Gerard Reve kwam aan een resultaat van anderhalf kantje bruikbaar proza per dag. Als hij op dreef was! Want schrijvers hebben zoals bekend geregeld perioden van gebrek aan inspiratie… vooral schrijvers hebben dat. Die willen het boek schrijven dat alle andere boeken overbodig maakt.

En wat leuk en boeiend was, levert je bij tweede lezing natuurlijk ook opnieuw plezier, zoals je weer moet lachen om Ronald Goedemondt uit 2008.