Lezen: thema en motieven

Als je een verhaal op telkens dieper niveau bekijkt, zie je eerst de werkelijke gebeurtenissen. Dan bepaal je de karakters (wat voor type is een personage) en de betekenis van de ruimte elementen en valt je bepaalde symboliek op. Je volgt een ontwikkeling (van de personages). Als je verder abstraheert, geef je antwoord op de vraag: waar gaat het eigenlijk over? Dan kom je op thema’s als liefde, familie, oorlog, volwassen worden… Een verhaal heeft één (hoofd)thema en kan soms meer kleine thema’s (motieven) bevatten. Onderstaand citaat heeft motief ‘vriendschap’.

“De winnares van de New York marathon moest haar medaille terug geven”, murmelde ik. “Dat schiet me nou ineens te binnen, zeg. Want ze had een deel van de afstand met de metro gereisd. Ha, de helft.”

“Het is toch wat”, beaamde Hans. Hij haalde een joint uit zijn zak en stak hem op. “Het is toch wat.” Ik keek bewonderend naar de prachtige lange joint en herhaalde: “De helft met de metro.”

“Wist jij dat kinderen die met moedermelk zijn grootgebracht, slimmer zijn?” vroeg ik. “Wist je niet, hè?”

Hans bood mij de joint aan.

“Tot veertig procent slimmer, jawel, jawel”, sprak ik rustig. We liepen het parkje in. “Heeft jouw moeder je de borst gegeven?”

“Weet ik niet?” antwoordde Hans.

“Kijk, daar heb je het al”, zei ik. “Je weet het niet. Dat is nou die veertig procent, snap je?… je weet dingen niet.” Ik nam een diepe haal, hield de rook binnen.

“Weet jij het dan wel?” protesteerde Hans. Een enorme rookwolk verliet mijn longen.

“Ik weet het wel. Mijn moeder heeft me een half jaar de borst gegeven….lag ik daar steeds aan haar tietjes te zuigen. En maar slimmer worden en slimmer…en maar zuigen. Zo gemakkelijk”, mompelde ik en gaf de joint terug aan Hans.

“En het werkt alleen zo als je een baby bent en moedermelk krijgt”, grinnikte ik. “Als vader zijnde kun je stiekem ook een slokje meedrinken, maar dat helpt niets. Je kan drinken wat je wilt, maar je blijft de domme lul die je bent.”

“Wat een fijne herfstavond”, bracht Hans uit. “Ja, lekker weer”, beaamde ik. We liepen door de Spinozaweg en paften gebroederlijk aan de joint.

In bovenstaande passage komen twee motieven samen: moeder-zoonrelatie en vriendschap tussen jonge mannen. Subtiel is de rol van vader en het symbool (!) zuigen aan een sigaret.