Oefeningen Schrijven: beeldspraak en stijlfiguren

1 Schrijf bij de volgende woorden een als-vergelijking.

Een man als …

Een stationsgebouw als …

Een vrouw als …

Een hoofd als …

Een auto als …

2 Beschrijf jezelf in de gedaante van een dier naar keuze.

Voorbeeld bij 2Een beer houdt winterslaap. Dan kruipt ie eenzaam in een grot en sluit zich buiten voor de wintermaanden. Sowieso is een beer een einzelgänger. Als ie ‘s zomers op jacht gaat ook. Dan sjokt ie langs de bergriviertjes op zoek naar zalm. Ik heb eens in een documentaire gezien hoe een beer zich zo had opgesteld dat de zalmen en forellen in zijn armen sprongen. En dan volgevreten in winterslaap gaan