Schrijven als fotograferen

Een goede foto vertelt een héél verhaal. Zo’n momentopname brengt een langer durende gebeurtenis in beeld. Tijdens het beschrijven van ruimtes of handelingen ga je te werk als een fotograaf. Je zet een sfeer neer in enkele pennenstreken. Zoals in “InterRail 1974” het interieur van een internationale trein anno 1974 wordt beschreven.

Hout, blauw leer, glas en zwart ijzer. Daar was de trein van gemaakt. Het geurde naar boenwas. Op de vloer lag het sterkste linoleum ooit. Banken waren gemonteerd met massieve beugels, moeren en bouten. Tussen de treinstellen rammelden zware kabels en dikke schakels. In een koker van plaathard harmonicadoek en stalen loopplanken liep je naar het volgende treinstel. Het kreunde en kraakte als bezeten. Overal tussen hoorde en voelde je de wind. En onder ieder raam hing, glanzend gepoetst, het koperen bordje met in de vier belangrijkste Europese talen de waarschuwing: È pericoloso sporgersi.

  • En het aankomen van een internationale trein in het station.
De trein uit Portbou denderde het station binnen. De locomotief: een woedende kilometervreter, één magnifieke, compacte transformator met koelribben, op wielen. Wat een geweld! Met een lome kreun duwde de trein zich tegen de stootbuffers. Een paar tellen later knalden tegelijk op commando alle portieren open. De lading stroomde uit over het perron. Vermoeide reizigers, die hun vakantie in Zuid-Frankrijk erop hadden zitten. Gezapige gezinnen. Ook groepjes stoffige jongeren. Een enkele zakenreiziger met driftige aktentas. Een dame met een reisvalies. Trolleys werden beladen met drie, vier maten koffers en nog een sporttas bovenop.
We mochten de trein nog niet in, de portieren sloegen dicht. Een complete trein, geduwd door net zo’n compacte locomotief werd aangekoppeld, borden met de bestemming werden in vakjes geschoven. Gerammel en gehamer als in een bouwput. De conducteurs liepen de coupés langs. Schoonmakers leegden vlot de bakken en rekken.