Stijl en spelling: creatieve spelling

In de jaren 60 van de vorige eeuw werd aan alle zekerheden getrokken, dus ook aan die van de spelling. Er ontstond een toegelaten spelling naast een voorkeurspelling: “kado” naast “cadeau”. In de jaren 90 werd besloten tot één spelling, de voorkeurspelling. Die werd meteen nog eens even goed tegen het licht gehouden.

Typerend voor de spellingproblematiek is de -n- in woorden als “kippensoep” en “aardbeientaart”.  Vóór 1995 schreef je “kippesoep” zonder -n- “omdat je niet meer dan één kip in de soep zou tegenkomen”. Bij “aardbeientaart” was die -n- terecht. Die redenering werd losgelaten: samenstellingen worden altijd met tussen-n gespeld, tenminste als het eerste woorddeel een meervoud heeft op -n-. Dus zonder -n- spel je “secretaressecongres”, want “secretaresses”.

Koren op de molen van ‘moderne schrijvers’ natuurlijk. Zij bepalen zelf wel hoe er gespeld wordt.

Ik geef wat voorbeelden van Gerard Reve: technies, &, kommunikee, geyser, gleuph, legendariese, korrespondentsie, restauraatsie, 1 ipv een, 1s ipv eens, ekskuus, sukses, elektrieke, konjak, plestik, savonds, medemaken, zoude, koeleur, koerakter, polietsie, horloosje met inskripsie, Ik ben dan al heel erg oudt enz.

Nescio heeft de gewoonte om “hij” te vervangen door “i”. Hij komt tot constructies als: hatti, trok i, schreef i…

Onbetwist de meest revolutionaire speller is Remco Campert, die zijn eigen naam liet noteren als “remko kampurt. Gillutje, nippurtje, lichamullukke, dzjiens, ruljef, tegunnum, interrezzante diskuzie, dattie, metode, saje, homopielen, e.d.

Tegenwoordig is de lol daar vanaf, heb ik het idee.