Toon: expliciet-impliciet

In de beschaafde mens leeft nog immer de baviaan. Met zijn dierlijke driften. In onze sprookjes eten wolven oma’s op, maar daar komt geen bloed aan te pas. Expliciet gruwelijke details uitmeten leidt af van de hoofdzaak. Maar soms is ‘het dierlijke in de mens’ een van de thema’s.

Toen goten de jongens, over de gevangen eekhoorn gebogen, er wat vloeistof uit een kan overheen. Omdat ik voelde dat er iets afschuwelijks zou gaan gebeuren, probeerde ik wanhopig een manier te bedenken om mijn vriendje te redden. Maar het was te laat.

Een van de jongens pakte een stuk smeulend hout en raakte er het dier mee aan. Toen smeet hij de eekhoorn op de grond. Meteen schoten de vlammen eruit. Met een gil die mijn adem deed stokken sprong hij op. Hij was met vlammen overdekt: alleen de pluimstaart zwaaide nog een seconde. Het rokende lichaampje rolde op de grond en lag spoedig stil. (De geverfde vogel)

Je merkt dat expliciete details hun effect niet missen.

Een net zo krachtig middel is om voor de hand liggende aanvullingen impliciet te laten. Dus opzettelijk niet te verklappen, in het midden te houden. Daar kan de lezer dan mooi zijn hoofd over breken, of zijn fantasie de vrije hand geven. Als ie maar geprikkeld wordt. De lezer.

Ter hoogte van Basel sprak ik: “Esther was te jong, hè, jammer. De drie jaar jongere versie van haar knappe zusje: Dunne Dane.”

“Dikke Dane, wat was er nu precies aan de hand?” vroeg Hans.

Ik wist geen antwoord en keek naar buiten…

“Esther wordt mooier dan haar zus”, ging Hans verder.